Vastberaden oog

“Bergen van kleur,” zei ik toen ik het atelier van Yasmine Willems bezocht. Bergen van kleur, bergen van smeuïge blauwe verf, in pieken gestold op haar werktafel. In een kast stonden potten met pigmenten klaar, voor wanneer de kunstenaar opnieuw met eitempera zou willen werken, zoals onze miniatuurschilders in de vijftiende eeuw deden.

Vandaag werkt Yasmine Willems met olieverf. Ze schildert laag op laag, rustig wachtend terwijl elke laag droogt. Deze droogtijd maakt van het schilderen een bedachtzaam, langdurig proces, waarin het werk als het ware zelf aangeeft welke beslissingen werken en welke niet. “Ik verras mezelf graag.”Laag over laag leggen maakt de kleuren ongemeen diep. Het resultaat in deze recente reeks schilderijen is, bij de eerste oogopslag, een vurig, zinderend blauw.

De schilderijen zijn verbonden met het afgelegen poldergebied waar de kunstenaar woont, maar het zijn geen traditionele landschappen, al helemaal geen impressies of momentopnames. De polders omringen, beschermen, schenken rust en concentratie; dag in dag uit veranderen de wind en de wolken, nevel verdoezelt, regenvlagen trekken over, oprijzende of neerdalende duisternis comprimeert ‘s avonds het licht, dauw verschijnt. Niets daarvan is door de mens te controleren, maar de menselijke geest ziet als vanzelf patronen in wat schijnbaar willekeurig gebeurt: pareidolia. Kijken naar het mannetje in de maan met het busseltje op zijn rug, of naar NASA-foto’s van de Paardenkopnevel of de Zuilen van de Schepping, het zijn bekende vormen van pareidolia zien.

Pareidolia vaststellen was lange tijd een technische oefening voor kunstenaars: Leonardo da Vinci raadde collega’s aan om te kijken naar vochtvlekken op muren, naar modder, rotsen en wolken en daarin dingen te herkennen – zo scherpte men zijn beeldend vermogen aan. “Door onduidelijke dingen wordt de geest gestimuleerd tot nieuwe uitvindingen.” Later in de zestiende eeuw werkten kunstenaars in Augsburg aan een Boek van Wonderen, met verbluffende illustraties van wondertekenen in het uitspansel, beschreven in de Bijbel, waargenomen of voorspeld: kometen, schijnzonnen, vuren, draken, krijgers in de wolken, strijdende engelen.

Wat zit er in het gebied tussen wat wij kennen en wat we zien? Die vraag stelde de kunstenaar zich terwijl ze de wolken en de wind boven de polders en de dijken waarnam. De wolk is een symbool van het ongrijpbaar goddelijke in het Oude Testament en ‘wind’ betekent daar ook adem en geest. In deze reeks schilderijen zijn de wolken oncontroleerbaar, vrij en transcendent. Ze aanschouwen de wereld onder zich met een vastberaden, soms aandoenlijk oog. Regen druipt in een tranendal. Gestapelde rechthoeken aan de onderrand verbeelden een menselijke poging tot greep en begrip, een futiele praktijk van beheersing: de bouw van een tempel? Een groene weg verdwijnt in een punt aan de horizon, zwarte hemellichamen volbrengen hun baan, dauw rijst op in melkachtige kristallen zuilen. Tussen wolken en aarde vormt zich een verticale band. Het wonder van de Jakobsladder is ook in alledaagse omgevingen te vinden.

Is vurig blauw de eerste kleur die de bezoeker treft, ook het onversaagde gebruik van zwart en wit valt op in deze schilderijen. Yasmine Willems laat haar taferelen graag oprijzen uit een zwarte ondergrond. Het is een wat ongebruikelijke werkwijze, een vrije omgang met kleur en kleurenleer, gevoed door persoonlijke voorkeur, door het Boek van Wonderen en door bewonderde meesters als James Ensor en Jean Brusselmans.

Wat zit er in het gebied tussen wat we al kennen en wat we zien? Eeuwenlang hebben kunstenaars wetenschappelijke bevindingen gevisualiseerd, in tekeningen (bijvoorbeeld van het skelet, de bloedsomloop), in schema’s, landkaarten, astronomische illustraties. Ze hebben ook, zoals Jan Van Eyck deed, door onze visuele ervaring te verkennen (bijvoorbeeld van lichtweerkaatsing) een weg gebaand voor inzicht en wetenschap. De patronen en pareidolia die Yasmine Willems ons toont, laten ons vermoeden hoe groot het gebied tussen kennen en weten nog kan zijn. Met haar pareidolia opent ze mogelijkheden, baant ze een pad voor ons naar een gezichtspunt dat meer biedt dan half begrepen wetenschap en vage gevoelens. Ze schenkt ons een frisse blik op een terrein dat we nog nauwelijks hebben verkend.

Œil déterminé

"Des montagnes de couleur", ai-je dit en visitant l'atelier de Yasmine Willems. Des montagnes de couleur, des montagnes de peinture bleue crémeuse, figées en crêtes sur sa table de travail. Dans un meuble se trouvaient des pots de pigments, prêts pour lorsque l'artiste voudrait à nouveau travailler à l'œuf tempera, comme le faisaient nos peintres miniaturistes au quinzième siècle.

Aujourd'hui, Yasmine Willems travaille à l'huile. Elle peint couche après couche, attendant patiemment que chaque couche sèche. Ce temps de séchage transforme la peinture en un processus réfléchi et long, dans lequel l'œuvre elle-même indique quelles décisions sont efficaces et lesquelles ne le sont pas. "J'aime me surprendre." Superposer les couches rend les couleurs extraordinairement profondes. Le résultat dans cette série récente de peintures est, à première vue, un bleu ardent et scintillant.

Les peintures sont liées aux polders reculés où l'artiste vit, mais ce ne sont pas des paysages traditionnels, ni des impressions ou des instantanés. Les polders entourent, protègent, apportent calme et concentration ; jour après jour, le vent et les nuages changent, la brume masque, des averses de pluie traversent, la lumière se compresse le soir dans une obscurité montante ou descendante, la rosée apparaît. Rien de tout cela ne peut être contrôlé par l'homme, mais l'esprit humain voit naturellement des motifs dans ce qui semble se produire de manière aléatoire : la paréidolie. Regarder l'homme dans la lune avec son petit fagot sur le dos, ou regarder les photos de la NASA de la Nébuleuse de la Tête de Cheval ou des Piliers de la Création, ce sont des formes familières de paréidolie.

Identifier la paréidolie a longtemps été un exercice technique pour les artistes : Léonard de Vinci conseillait à ses collègues d'observer les taches d'humidité sur les murs, la boue, les rochers et les nuages, et d'y reconnaître des formes – cela affûtait leur perception visuelle. "Les choses floues stimulent l'esprit à de nouvelles inventions." Plus tard, au seizième siècle, des artistes à Augsbourg ont travaillé sur un Livre des Merveilles, avec des illustrations étonnantes de signes miraculeux dans le ciel, décrits dans la Bible, observés ou prédits : des comètes, des parhélies, des feux, des dragons, des guerriers dans les nuages, des anges combattants.

Que se trouve-t-il dans l'espace entre ce que nous connaissons et ce que nous voyons ? Cette question s'est posée à l'artiste alors qu'elle observait les nuages et le vent au-dessus des polders et des digues. Le nuage est un symbole du divin insaisissable dans l'Ancien Testament, et le "vent" y signifie aussi souffle et esprit. Dans cette série de peintures, les nuages sont incontrôlables, libres et transcendants. Ils contemplent le monde sous eux avec un regard déterminé, parfois touchant. La pluie goutte dans un océan de larmes. Des rectangles empilés en bas symbolisent une tentative humaine de saisir et de comprendre, une pratique futile de contrôle : la construction d'un temple ? Un chemin vert disparaît en un point à l'horizon, des corps célestes noirs accomplissent leur orbite, la rosée s'élève en colonnes cristallines laiteuses. Entre les nuages et la terre, une bande verticale se forme. Le miracle de l'échelle de Jacob se trouve aussi dans des environnements quotidiens.

Si le bleu ardent est la première couleur qui frappe le visiteur, l'utilisation audacieuse du noir et du blanc est également notable dans ces peintures. Yasmine Willems aime faire émerger ses scènes d'un fond noir. C'est une méthode de travail quelque peu inhabituelle, une approche libre de la couleur et de la théorie des couleurs, nourrie par des préférences personnelles, par le Livre des Merveilles et par des maîtres admirés tels que James Ensor et Jean Brusselmans.

Que se trouve-t-il dans l'espace entre ce que nous savons déjà et ce que nous voyons ? Pendant des siècles, les artistes ont visualisé des découvertes scientifiques dans des dessins (comme ceux du squelette, de la circulation sanguine), des schémas, des cartes, des illustrations astronomiques. Ils ont aussi, comme l'a fait Jan Van Eyck, ouvert la voie à la connaissance et à la science en explorant notre expérience visuelle (comme celle de la réflexion de la lumière). Les motifs et la paréidolie que Yasmine Willems nous montre nous laissent supposer à quel point l'espace entre savoir et comprendre peut encore être vaste. Avec sa paréidolie, elle ouvre des possibilités, nous trace un chemin vers un point de vue qui offre plus que la science à moitié comprise et les sentiments vagues. Elle nous offre un regard neuf sur un territoire que nous avons à peine exploré.

Determined Eye

“Mountains of color,” I said when I visited Yasmine Willems’ studio. Mountains of color, mountains of creamy blue paint, frozen in peaks on her worktable. In a cabinet stood jars of pigments, ready for when the artist would want to work with egg tempera again, just as our miniature painters did in the fifteenth century.

Today, Yasmine Willems works with oil paint. She paints layer upon layer, patiently waiting as each layer dries. This drying time turns painting into a thoughtful, prolonged process, in which the work itself indicates which decisions are effective and which are not. “I like to surprise myself.” Layer upon layer creates unusually deep colors. The result in this recent series of paintings is, at first glance, a fiery, shimmering blue.

The paintings are connected to the remote polders where the artist lives, but they are not traditional landscapes, nor are they impressions or snapshots. The polders surround, protect, and provide calm and concentration; day in, day out, the wind and clouds change, mist obscures, rain showers pass over, rising or descending darkness compresses the light in the evening, dew appears. None of this can be controlled by humans, but the human mind naturally sees patterns in what seems to happen randomly: pareidolia. Looking at the man in the moon with the bundle on his back, or at NASA photos of the Horsehead Nebula or the Pillars of Creation, these are familiar forms of seeing pareidolia.

Identifying pareidolia was for a long time a technical exercise for artists: Leonardo da Vinci advised his colleagues to look at moisture stains on walls, mud, rocks, and clouds, and recognize things in them – this sharpened their visual abilities. “Unclear things stimulate the mind to new inventions.” Later, in the sixteenth century, artists in Augsburg worked on a Book of Wonders, with stunning illustrations of miraculous signs in the heavens, described in the Bible, observed or predicted: comets, sundogs, fires, dragons, warriors in the clouds, battling angels.

What lies in the space between what we know and what we see? That question arose for the artist as she observed the clouds and wind over the polders and dikes. The cloud is a symbol of the elusive divine in the Old Testament, and ‘wind’ there also means breath and spirit. In this series of paintings, the clouds are uncontrollable, free, and transcendent. They behold the world beneath them with a determined, sometimes touching eye. Rain drips into a sea of tears. Stacked rectangles at the lower edge represent a human attempt at grasp and understanding, a futile practice of control: the building of a temple? A green path disappears into a point on the horizon, black celestial bodies complete their orbit, dew rises in milky crystalline columns. Between clouds and earth, a vertical band forms. The wonder of Jacob's Ladder can also be found in everyday environments.

While fiery blue is the first color that strikes the viewer, the bold use of black and white is also noticeable in these paintings. Yasmine Willems likes to let her scenes rise from a black background. It’s a somewhat unconventional working method, a free approach to color and color theory, nourished by personal preference, the Book of Wonders, and admired masters like James Ensor and Jean Brusselmans.

What lies in the space between what we already know and what we see? For centuries, artists have visualized scientific findings in drawings (such as of the skeleton, the circulatory system), in diagrams, maps, and astronomical illustrations. They have also, as Jan Van Eyck did, paved the way for insight and science by exploring our visual experience (such as of light reflection). The patterns and pareidolia that Yasmine Willems shows us make us suspect how vast the space between knowing and understanding might still be. With her pareidolia, she opens up possibilities, paving a path for us toward a viewpoint that offers more than half-understood science and vague feelings. She gives us a fresh look at a territory we have barely begun to explore.