NL

In mijn werk onderzoek ik hoe menselijke ervaringen zich uitdrukken in gebaar, materiaal en vorm. Wat mij drijft, is de wens om gevoelens oprecht en tastbaar te maken, zonder afstand of ingewikkeldheid. Mijn beelden vertrekken vanuit het directe, instinctieve moment: uit dagelijkse realiteit, dromen, het onderbewuste, pijn en geluk. Ik probeer de ziel te laten verschijnen precies zoals zij is—in een snelle beweging, een ruwe kras, een onverwachte vorm.

In mijn schilderijen biedt de techniek van olieverf op doek, aangebracht op een houten drager, mij de vrijheid om organische, niet-geometrische vormen te laten ontstaan. De hardheid van het oppervlak maakt het mogelijk om tekenen en schilderen te vermengen; met de punt van een mes kras ik lijnen die scherp, fris en eerlijk zijn. Het gebaar wordt zo zowel beeld als ritme, een fysieke handeling die innerlijke beweging zichtbaar maakt.

Diezelfde zoektocht naar authenticiteit en verbinding vormt de kern van mijn sculpturen: tassen die verwijzen naar de architectuur van de traditionele Kullat-huizen uit mijn jeugd. Deze objecten zijn meer dan accessoires; ze functioneren als symbolen van menselijke reizen, verticale verbindingen tussen aarde en hemel, tussen bescherming en kwetsbaarheid. De vormtaal van de Kulla—stevig, gelaagd, beschermend—resoneert met de emotionele structuren die ik in mijn schilderijen onderzoek.

“Kulla” betekent letterlijk “toren” of “vesting”. Deze huizen, gebouwd met dikke stenen muren, waren niet alleen woningen maar ook verdedigingsplaatsen. Ze waren ontworpen om te beschermen tegen indringers en om families te beveiligen in tijden van bloedwraak, een erecode die diep verankerd was in de cultuur van de regio. Dat historische gewicht vormt de symbolische kern van mijn sculpturen.

Het handbeschilderde leer, de messingdraadstiksels en de zorgvuldige ambachtelijkheid dragen de herinnering van generaties in zich. Ze verwijzen naar de families die in deze torens leefden, naar hun veerkracht, rituelen en verhalen. Zo worden deze sculpturen tastbare erfstukken: objecten die de geest van het Albanese volk en hun verbondenheid met hun architecturale erfgoed vieren.

Mijn artistieke werk—zowel schilderijen als sculpturen—ontstaat vanuit een fysieke beweging, draagt een geheugen en verbindt het persoonlijke met het collectieve. In die voortdurende dialoog tussen innerlijke en uiterlijke werelden blijf ik mijn artistieke taal vinden.

EN

In my work, I explore how human experience takes shape through gesture, material, and form. What drives me is the desire to make emotion sincere and tangible, without distance or complication. My images emerge from direct, instinctive moments; drawn from daily life, dreams, the subconscious, pain, and joy. I try to let the soul appear exactly as it is: in a swift movement, a rough scratch, an unexpected form.

In my paintings, the technique of oil on canvas mounted on a wooden panel allows me to create organic, non-geometric shapes. The hardness of the surface makes it possible to merge drawing and painting; with the tip of a knife, I carve lines that are sharp, fresh, and honest. The gesture becomes both image and rhythm, a physical action that reveals inner motion.

This same search for authenticity and connection lies at the core of my sculptures: handbags that refer to the architecture of the traditional Kullat houses from my childhood. These objects are more than accessories; they function as symbols of the human journey, vertical connections between earth and sky, between protection and vulnerability. The visual language of the Kulla: solid, layered, and protective, echoes the emotional structures I explore in my paintings.

Kulla literally means “tower” or “fortress.” These stone houses, built with thick walls, served not only as dwellings but also as defensive structures. They were designed to protect families from invaders and to shelter them during periods of blood feuds, an honor code deeply rooted in the culture of the region. This historical weight forms the symbolic core of my sculptural work.

The hand-painted leather, the brass-wire stitching, and the meticulous craftsmanship carry the memory of generations. They refer to the families who lived in these towers, to their resilience, rituals, and stories. In this way, the sculptures become tangible heirlooms; objects that celebrate the spirit of the Albanian people and their enduring connection to their architectural heritage.

My artistic practice emerges from physical movement, carries memory, and bridges the personal with the collective. In the ongoing dialogue between inner and outer worlds, I continue to find my artistic language.